Daniël is 14 jaar oud. Hij woont al bijna zijn hele leven op straat. Zijn moeder is alcoholverslaafd en heeft hem verwaarloosd. Na jaren op straat komt Daniël in een pleeggezin terecht. Jesse, de vader van het gezin, haalt hem op. Thuis ontmoet hij moeder Marja, dochter Marieke en zoon Pim. Meteen de eerste dag kunnen Daniël en Marieke het niet goed met elkaar vinden. Op school blijkt dat Daniël een enorme leerachterstand heeft, hij wordt in de brugklas geplaatst. De eerste dag op school is moeilijk, hij snapt er niets van. Hij heeft zijn huiswerk niet gemaakt en denkt dat hij van school is getrapt. Hij zwerft 1 ochtend lang op straat omdat hij niet naar huis durft. Als hij thuis komt is Marja helemaal niet boos, ze is blij dat hij weer thuis is. Thuis schrijft Daniël vaak brieven aan zijn moeder. De volgende dag gaat Daniël gewoon weer naar school. Thuis probeert Jesse hem om wiskunde uit te leggen omdat hij het nog steeds niet snapt. Als hij weer een paar dagen naar school gaat, gaat het weer mis. Daniël krijgt ruzie met de conciërge en ze beginnen te vechten. Nu wordt hij dan echt geschorst. Marja en Jesse blijven heel kalm als ze het horen. Marja besluit een trui voor hem te breien. Als hij terug op school komt mag hij meespelen in het voetbalteam. Hij krijgt voetbalschoenen van Marja en Jesse. Eindelijk gaat het goed op school, maar dan komt hij erachter dat Marieke de brieven aan zijn moeder heeft gelezen. Hij is woedend en maakt haar gitaar helemaal kapot. Hij besluit om weg te gaan en zijn moeder te gaan zoeken. Helaas kan hij zijn moeder nergens vinden. Hij belt naar huis en het eerste wat Marja zegt is: "Je trui is klaar".
Maak jouw eigen website met JouwWeb